dinsdag 5 november 2013

Ode aan Mariken

Ach, Mariken mijn schat, mijn gezicht straalt als ik jou zie.
De manier waarop je praat, waarop je kijkt,
maakt dat mijn hand naar de hemel reikt
om allen die daar zijn mee te laten genieten van deze aardse harmonie.

Hun jaloerse blikken doen mij goed en ik mag hopen,
dat wanneer wij samen de wereld over zijn getrokken
om iedereen ellende te brengen en andere brokken,
dat ik net als Pilatus mijn handen in onschuld kan dopen,
want jij zal het zijn die dit keer de klappen gaat verkopen.

Maar schatje, maak je niet druk over het lot dat je zal treffen.
Ik zal je boven het gepeupel verheffen.
we gaan het zo naar ons zin krijgen dat je het niet zult beseffen,
dat je mijn aanbod had kunnen weigeren.

Nu, mijn liefje, is het tijd om te kiezen .
Kies je voor een spannend leven vol avonturen
en goddeloze lust tot in de late uren?
Of pak je nu je biezen
en keer je terug naar je saaie leventje om achter de geraniums te borduren?

Het is nu of nooit, er is niet veel tijd meer.
Kijk niet op klein zeer

En kom met mij mee, zo’n kans krijg je niet nog een keer.

dinsdag 29 oktober 2013

Siegfried, een zwarte idylle

Warum holt mich der Teufel nicht?
Bei ihm ist est bestimmt schöner als hier.

Eva Braun, Dagboek, 2.III.35

Harry Mulisch, Siegfried, een zwarte idylle
Amsterdam, Ulysses 2008, 1e druk
Eerste druk: januari 2001
213 pagina’s


Siegfried, een zwarte idylle is een boek dat in 2001 door Harry Mulisch is gepubliceerd. Tevens is Siegfried het laatste boek wat hij heeft gepubliceerd. In 2001 werd Siegfried genomineerd voor de NS publieksprijs en de AKO literatuurprijs. In 2002 werd het boek genomineerd voor de Libris literatuurprijs. Harry Mulisch (Haarlem, 29 juli 1927 – Amsterdam, 30 oktober 2010) is één van de bekendste Nederlandse schrijvers uit de recente geschiedenis. In 1959 schreef hij zijn eerste roman: het stenen bruidsbed. Samen met Gerard Reve en W.F. Hermans behoorde Mulisch tot de generatie ‘naoorlogse schrijvers’. Harry Victor Mulisch werd in 1927 in Haarlem geboren. Tijdens de oorlogsjaren ging hij bij de huishoudster Frieda Falk wonen en legde daar de eerste kiem voor zijn schrijverschap. Doordat Mulisch’ moeder Joods was en zijn vader een collaborateur, bevond hij zich in een bijzondere positie. ‘Ik bèn de Tweede Wereldoorlog,’ is in dit verband een bekende uitspraak van hem. De Holocaust en het oorlogsgeweld spelen dan ook een prominente rol in zijn oeuvre.

Rudolf Herter is een internationaal vermaarde Nederlandse auteur. Samen met zijn vriendin Maria gaat hij naar Wenen om een aantal interviews en lezingen te geven over zijn laatste boek De uitvinding van de liefde. Tijdens één van de interviews doet hij een idee op voor een nieuw boek: een roman over Hitler. Om een persoon te begrijpen, zou je hem moeten plaatsen in een totaal, gefingeerde, extreme situatie. Herter wil dit toepassen op Hitler. Het is immers nog niemand gelukt om tot hem door te dringen. Tijdens een lezing ontmoet Herter het echtpaar Ullrich en Julia Falk, die de persoonlijke bedienden van Hitler waren. Herter bezoekt het echtpaar de volgende dag en luistert naar hun verhaal. Toen Eva Braun een kind verwachtte van Hitler, moest het echtpaar doen alsof het hun kind was. Dit moest voorkomen dat Duitse vrouwen die verliefd waren op Hitler uit jaloezie op Eva Braun het Duitse rijk op de een of andere manier zouden beschadigen. Ullrich krijgt na een tijdje de opdracht van Hitler om Siegfried te vermoorden: hij zou Joods bloed bezitten, maar uiteindelijk blijkt dit een complot te zijn. Het verhaal van het echtpaar Falk maakt een groot deel van het boek uit. Na het gesprek met het echtpaar Falk keert Herter terug naar zijn hotelkamer. Hij heeft het gevoel Hitler helemaal te kunnen doorgronden en hij begint te praten in zijn dictafoon. Na een tijdje is hij moe en gaat hij even rusten. Maria, de vriendin van Herter, vindt hem later dood op bed. Herter is overleden aan een hartstilstand. Ze luistert naar de dictafoon en de laatste woorden van Herter zijn: ‘… hij … hij … hij is hier …’.

In Siegfried probeert Mulisch via de bekende Nederlandse schrijver Herter het mysterie rond de persoon van Hitler op te lossen. In een interview verklaarde Mulisch dat hij aan het einde van de 20e eeuw iets definitiefs wilde zeggen over Hitler en op die manier een periode in de geschiedenis af te sluiten. Iets definitiefs zeggen over Hitler klinkt als een zware opgave. Dit schepte bij mij dan ook hoge verwachtingen, die gelukkig ook volledige gerechtvaardigd bleken te zijn. Herter begrijpt dat het vastleggen van Hitler ’s persoonlijkheid nagenoeg onmogelijk is en dus bedenkt hij een truc. Om iemand goed te leren kennen moet je hem in een bizarre situatie plaatsen. Pas dan komt de ware aard van een mens naar boven. Opnieuw geen makkelijke opgave voor Rudolf Herter, want hoe kan je Hitler in een nog extremere situatie plaatsen dan die waarin hij heeft geleefd, die ook nog enigszins voorstelbaar is? Herter weet geen geschikte situatie te bedenken om Hitler te plaatsen. Als hij in Wenen is om te vertellen over zijn nieuwe boek ‘De uitvinding van de liefde’, ontmoet hij Ullrich en Julia Falk, die de bediendes van Hitler geweest zijn. Zij vertellen Rudolf over de zoon van Hitler en diens minnares Eva Braun. Dit is voor Herter de perfecte situatie om Hitler te plaatsen. Wat is er immers extremer dan het liefdesleven van Hitler?

Na dit gesprek overpeinst Herter deze bevindingen. Interessant om te lezen is hoe hij verbanden legt tussen Hitler en Nietzsche. Zo valt de dementering van Nietzsche samen met de ontwikkeling van Adolf in de buik van zijn moeder. Verder voorspelt Nietzsche in zijn boek ‘So sprach Zarathustra’ in zekere mate de komst van de tweede wereldoorlog en de massamoorden die toen gepleegd zijn. Ook zijn beiden op 56 jarige leeftijd gestorven.

Aan de hand van deze bevindingen en aan de hand van het feit dat Nietzsche God dood heeft verklaard komt Herter tot het inzicht van Hitler ‘s persoon. De kenmerken van Hitler ’s persoon is het gebrek daarvan. Er is geen persoon in Hitler. Hitler is het Niets in persoon. Dit in tegenstelling tot God die alles is, maar omdat Nietzsche God dood heeft verklaard kon Hitler ontstaan. Maar dit is niet alles, want Herter is nog niet klaar. Hitler is namelijk niet het Niets, hij is nog minder dan dat. Hitler is een Vacuüm die alles wat is opzuigt en het verwoest. In Siegfried staat de volgende passage die dit treffend samenvat: "Na de dood van God stond het Niets voor de deur, en Hitler was zijn eniggeboren zoon." "Het geloof aan Niets, en Nietzsche is zijn profeet." Het feit dat Hitler later beveelt zijn eigen zoon te laten doden ondersteunt deze stelling zeker.
Dit is wat Siegfried zo’n ongelofelijk goed boek maakt. De fantasie die in het verhaal voorkomt is enorm meeslepend en toch weet Mulisch net weer – wanneer je gewend begint te raken aan het absurde van Siegfried - een draai aan het verhaal te geven, waardoor het alleen nog maar spannender wordt. Diegenen die nu met trillende handen zitten te lezen en niet kunnen wachten om Hitler ’s persoon te ontdekken wil ik wel waarschuwen. Siegfried is geen eenvoudig boek om te lezen. Dit komt onder andere door de enorme snelheid van Herter ’s redeneringen. Ook haalt Mulisch veel andere boeken aan, of citeert ze. Enige kennis van filosofische klassiekers is dus handig, maar gelukkig geen vereiste. Het lezen kan dan ook bovengemiddeld vermoeiend zijn en ik raad aan om het boek niet in een keer uit te lezen, maar er de tijd voor te nemen. Ten slotte wil ik erop wijzen dat sommige aannames in het boek niet bij iedereen in goede aarde kunnen vallen. Bijvoorbeeld de aanname dat God dood is kan bij sommige mensen in het verkeerde keelgat schieten. Ook de opvattingen van Nietzsche kunnen nogal heftig zijn en ingaan tegen eigen denkbeelden. Dit is iets om te overdenken alvorens je het boek leest.

 Toen ik Siegfried begon te lezen verwachtte ik een boek met vreemde wendingen en ik verwachtte ook verbazingwekkende verhalen over het privéleven van Hitler. Tot mijn grote genoegen zijn deze verwachtingen naar hartenlust vervult. Wat ik echter niet verwachtte is, dat ik Hitler zou proberen te begrijpen. Ik heb hem nooit willen begrijpen en nog steeds wil ik dat niet, maar Siegfried dwingt je ertoe om over dit soort onderwerpen na te denken. Griezelig en tegelijkertijd spannend.

Ik zou Siegfried geen recht doen als ik er op een hele technische en inhoudelijke manier over zou schrijven. Alleen door dit op een gepassioneerde en emotionele manier te doen kan ik dit boek goed onder woorden brengen. Aan het einde van het boek overlijdt Herter ongeveer op het moment dat hij Hitler begrijpt. De dood lijkt hierbij de prijs te zijn die Herter moest betalen om Hitler te begrijpen. Ook ik heb een flinke tijd na zitten denken over Hitler ’s persoon. Ik ben tot de conclusie gekomen dat het proberen te begrijpen van Hitler hem alleen maar onbegrijpelijker heeft gemaakt.


dinsdag 21 mei 2013

Los, Tom Naegels


Los, van Tom Naegels is een echte denker. Naegels schreef dit boek in 2005 en het boek heeft sindsdien prestigieuze literatuurprijzen gewonnen zoals de Seghers Literatuurprijs. Samen met een klasgenoot van mij heb ik dit boek gelezen en wij waren beiden onder de indruk van dit boek. Los gaat over Tom Naegels zelf. Je zou dus kunnen zeggen dat Los een autobiografie is. Het enige verschil is dat Tom niet echt de hoofdrol speelt in zijn boek.

Los draait voornamelijk om 2 personen, namelijk Tom en bompa. Tom is een journalist van 'De Nieuw Gazet' die verslag doet van de rellen die zich op dat moment voordoen in Antwerpen. Bij dit onderzoek komt hij met allerlei soorten mensen in aanraking die allemaal de schuld van de rellen aan anderen geven.
Bompa, de opa, van Tom wil euthanasie plegen. Bompa is een oude, racistische man die zijn leven heeft ingezet voor het socialisme. Het is een verbitterde man die alle fouten in de samenleving met het grootste gemak afschuift op allochtonen.

Het hoofdthema van Los is de euthanasie van bompa. Bompa's hoop is gericht op de euthanasiewet die in 2002 door de regering is aangenomen. Hij komt echter niet in aanmerking voor euthanasie en daarom besluit hij om niet meer te eten en zich op die manier om het leven te brengen. De titel doet ons denken aan de strijd die bompa voert om te overlijden. Hij wil los zijn van zijn ellende, zijn problemen en zijn nutteloze bestaan.
Los is een verhaal waarin maar weinig open plekken voorkomen. Het voordeel daarvan is dat het boek niet moeilijk is om te lezen. In het boek lopen 3 verhaallijnen door elkaar en de gedachten van Tom, die tegenstrijdig kunnen zijn, zijn soms ingewikkeld. Het boek zou erg wazig kunnen worden als er ook nog een overvloed aan open plekken zou zijn.

De verwachtingen van dit boek waren hoog nadat we de omslag hadden gelezen. Die verwachtingen liepen nog veel hoger op nadat we de eerste zin hadden gelezen. Wij zijn erg te spreken over de manier waarop Tom Naegels zijn boek geschreven heeft. Hij schrijft namelijk de gedachten die hij tijdens zijn belevenissen heeft op. Dit geeft het leuke effect dat hij anders handelt dan hij wil en dat zijn handelen en zijn gedachten elkaar als het  ware tegenspreken. De humor in het boek konden wij ook goed waarderen en de problemen die Tom tegenkwam zette ons aan het denken.

De samenwerking tussen Mijn klasgenoot en ik verliep goed. Wij hebben ons allebei aan de deadlines gehouden en de gesprekken die wij over het boek hadden verliepen zonder problemen. In die gesprekken was er ook ruimte voor verschillende meningen en eigen opvattingen over het verhaal. Los leerde ons dat er nooit een makkelijk antwoord is op problemen in de maatschappij zoals cultuurverschillen en euthanasie. Het heeft ons aan het denken gezet over wat wij van deze onderwerpen vinden en of die mening wel terecht is. Wij vinden dat Los in leesniveau 4 valt. Dit niveau is uitdagend, maar niet hopeloos ingewikkeld en het lijkt mij dus verstandig dat ik volgend jaar weer start op niveau 4 en rustig begin met het lezen van niveau 5. Ik hoop volgend jaar nog meer van Tom Naegels te lezen, omdat zijn manier van schrijven mij erg bevalt.

woensdag 30 januari 2013

opdracht Why I love this book


Morgen sla ik terug is een boek geschreven door Joost Heyink. Dit boek gaat over Rob, een 15-jarige jongen, die samen met zijn moeder Jenny op de vlucht slaat voor zijn gewelddadige vader Berend. Berend slaat zijn vrouw namelijk, omdat zij, zoals Berend dat zelf zegt, een minachting voor orde heeft. In de praktijk betekende dit, dat spulletjes een paar centimeter verschoven waren, of dat Jenny zijn spullen op een andere plek had gelegd waardoor Berend ze niet meteen kon vinden. Berend strafte zijn vrouw voor deze verschrikkelijke vergrijpen door haar te slaan. Rob vindt dat deze toestand lang genoeg heeft geduurd en haalt zijn moeder over om te vluchten. Nu klinkt dit allemaal heel spannend, maar helaas zitten er veel saaie momenten in het verhaal.

Allereerst wordt er in het boek nauwelijks in detail getreden, zodat alles erg abstract is. Zo wordt er gesproken over: een grote stad 100 kilometer hier vandaan, een huisje op de hei, een vakantiepark. Als Berend naar zijn gevluchte familie gaat zoeken heeft hij ook last van die wazigheid, maar het zou toch prettig zijn als de lezer in ieder geval wist waar het verhaal zich afspeelt. De enige details die in het boek staan is de naam van Rob’s  school en het merk auto dat ze hebben. Het is ook niet zo dat de open plekken later worden ingevuld, waardoor het zoeken naar details giswerk blijft.

Rob heeft in het hele verhaal een bijzonder stabiel karakter. Dit is toch raar als je bedenkt dat zijn vader achter hem aanzit en ongelofelijk boos op hem is.  Daardoor is er geen innerlijke strijd in Rob, of een strijd tussen twee kanten. Rob weet precies wat hij wil en vooral wat hij niet wil. Dit zorgt er ook voor de Rob’s karakter nauwelijks veranderd tijdens. Het enige verschil is dat Rob wat minder zenuwachtig is aan het eind van het verhaal, maar dat komt waarschijnlijk doordat hij niet meer bang voor zijn vader hoeft te zijn.

Daarentegen moet ik wel zeggen dat als het verhaal spannend wordt, je het boek niet meer weg wil leggen. Het is vooral interessant om de gedachtes van Berend te lezen. Als je die leest ontstaat er vanzelf het beeld van een gewelddadige, wereldvreemde en praatzieke man, want ondanks dat hij zijn vrouw bijna dagelijks slaat, weet hij dit toch altijd te verantwoorden tegenover zijn zoon. En ook al wilde hij zijn gezin vermoorden, bleef hij praten over zijn lieve vrouw en kind.

Morgen sla ik terug heeft een aantal verbeterpunten, maar toch vind ik dit een goed boek. Doordat het niet zo’n groot boek is en het vlot leest, blijft het verhaal redelijk spannend. Door het gebrek aan details en het stabiele karakter van Rob concludeer ik dat Morgen sla ik terug geen bestseller is. Dit betekent echter niet dat het geen goed boek is. Het is gewoon niet goed genoeg om een bestseller te zijn. Ik zal dit boek dan ook alleen aanraden aan studenten, want dit is het perfecte boek voor schoolopdrachten.

dinsdag 15 januari 2013

Verwerkingsopdracht 2

De roman De aanslag van Harry Mulisch vertelt in 5 episoden over het leven van Anton Steenwijk. In de oorlog wordt verteld hoe de Duitsers al vergelding van de liquidatie van de NSB'er Fake Ploeg door het verzet. de ouders en broer van Anton meenemen en doden. Anton groeit op bij familie aan de Apollolaan in Amsterdam. In 1956 studeert in Amsterdam. Hij ontmoet kennis met Fake junior. de zoon van de gedode NSB'er. Anton en Fake waren klasgenoten. over deze ontmoeting gaat deze tekst

In 1986 is het boek van Harry Mulisch verfilmd. Aan de ontmoeting tussen Anton en Fake junior wordt veel tijd besteed in de film. Op het moment dat het verhaal zich afspeelt is Amsterdam in rep en roer. Dit komt mede doordat de communisten in de ogen van velen op dat moment een gevaar voor de wereld vormen. Het is dan ook niet gek dat het hoofdkwartier van de communistische partij wordt aangevallen door een enorme massa van woedende mensen.

Anton echter interesseert zich nauwelijks voor de rellen in de stad. Zijn enige doel is om bij zijn flatje te komen die ongelukkigerwijs vlakbij het hoofdkwartier van de communistische partij ligt. Als hij met veel moeite de deur weet te openen is daar op onverklaarbare wijze ineens Fake junior. Fake was een van de mensen die het gebouw aanviel. Hij was er  speciaal voor uit Den Helder gekomen. Anton neemt Fake mee naar zijn kamer waar zij een stevig gesprek hebben.

De rellen in de stad zijn prima verfilmd. Details als dat er politie te paard is en dat er mensen op het dak van het communistische hoofdkwartier staan, zijn prima overgenomen. Het is ook duidelijk te zien dat Anton zich in niets van dit alles aantrekt. Het enige wat hij wil is met al zijn ledematen aan zijn lijf thuis aankomen. De ontmoeting met Fake ploeg is voor een dialoog een bijzonder spannend stuk. Ondanks dat Fake in de jaren na de oorlog veel ellende heeft meegemaakt, toont Anton weinig genade met hem.

Ik krijg dan ook de indruk dat Anton nog steeds woedend is op het feit dat zijn ouders zijn vermoord. Anton legt dan ook de nadruk op de foute keuze die Fake Ploeg heeft gemaakt

maandag 14 januari 2013

Verwerkingsopdracht 1


‘Er is iets gebeurd, niet?’ Ik knik alleen. Hij neemt de tijd: ’Weet je Ronaldo, ik kan dit verslag nu snel afronden door te schrijven: Ronaldo wil niet meewerken aan het onderzoek’(…) Ik houd niet van dwang, maar het is redelijk wat hij zegt (denkt Ronaldo). Al zou ik liever hebben dat hij me tegen de muur zou flikkeren om mijn strot dicht te knijpen. Het is nog te vroeg, ik ben er niet aan toe. De vernedering. De schaamte, dat vooral.

Dit is een passage in het boek Vast van Ton Anbeek. Ronaldo zit hier bij een psychiater die met hem wil praten over iets ergs dat hij heeft gedaan. Doordat Ronaldo iets ernstigs gedaan heeft zullen veel mensen de psychiater zien als sympathiek, terwijl ze Ronaldo zullen zien als misdadiger. Dit  wordt ook wel een maatschappelijke benadering van het verhaal genoemd.

Als je de rollen echter omdraait, krijg je een heel ander beeld van de situatie. Dan veranderd Ronaldo ineens in de in zichzelf gekeerde man die zich ondanks zijn geestelijke gesteldheid weet te beheersen. Doordat je ziet dat Ronaldo het lastig heeft, ook al weet je niet waarom, krijg je sympathie voor hem. De psychiater lijkt dan meteen een stuk minder vriendelijk.

Als je een situatie psychologisch in plaats van maatschappelijk benaderd, begrijp je de daden van mensen beter, hoe slecht ze ook kunnen zijn. Op die manier leer je die persoon beter kennen, doordat je begrijpt wat hem bezighoudt.