woensdag 30 januari 2013

opdracht Why I love this book


Morgen sla ik terug is een boek geschreven door Joost Heyink. Dit boek gaat over Rob, een 15-jarige jongen, die samen met zijn moeder Jenny op de vlucht slaat voor zijn gewelddadige vader Berend. Berend slaat zijn vrouw namelijk, omdat zij, zoals Berend dat zelf zegt, een minachting voor orde heeft. In de praktijk betekende dit, dat spulletjes een paar centimeter verschoven waren, of dat Jenny zijn spullen op een andere plek had gelegd waardoor Berend ze niet meteen kon vinden. Berend strafte zijn vrouw voor deze verschrikkelijke vergrijpen door haar te slaan. Rob vindt dat deze toestand lang genoeg heeft geduurd en haalt zijn moeder over om te vluchten. Nu klinkt dit allemaal heel spannend, maar helaas zitten er veel saaie momenten in het verhaal.

Allereerst wordt er in het boek nauwelijks in detail getreden, zodat alles erg abstract is. Zo wordt er gesproken over: een grote stad 100 kilometer hier vandaan, een huisje op de hei, een vakantiepark. Als Berend naar zijn gevluchte familie gaat zoeken heeft hij ook last van die wazigheid, maar het zou toch prettig zijn als de lezer in ieder geval wist waar het verhaal zich afspeelt. De enige details die in het boek staan is de naam van Rob’s  school en het merk auto dat ze hebben. Het is ook niet zo dat de open plekken later worden ingevuld, waardoor het zoeken naar details giswerk blijft.

Rob heeft in het hele verhaal een bijzonder stabiel karakter. Dit is toch raar als je bedenkt dat zijn vader achter hem aanzit en ongelofelijk boos op hem is.  Daardoor is er geen innerlijke strijd in Rob, of een strijd tussen twee kanten. Rob weet precies wat hij wil en vooral wat hij niet wil. Dit zorgt er ook voor de Rob’s karakter nauwelijks veranderd tijdens. Het enige verschil is dat Rob wat minder zenuwachtig is aan het eind van het verhaal, maar dat komt waarschijnlijk doordat hij niet meer bang voor zijn vader hoeft te zijn.

Daarentegen moet ik wel zeggen dat als het verhaal spannend wordt, je het boek niet meer weg wil leggen. Het is vooral interessant om de gedachtes van Berend te lezen. Als je die leest ontstaat er vanzelf het beeld van een gewelddadige, wereldvreemde en praatzieke man, want ondanks dat hij zijn vrouw bijna dagelijks slaat, weet hij dit toch altijd te verantwoorden tegenover zijn zoon. En ook al wilde hij zijn gezin vermoorden, bleef hij praten over zijn lieve vrouw en kind.

Morgen sla ik terug heeft een aantal verbeterpunten, maar toch vind ik dit een goed boek. Doordat het niet zo’n groot boek is en het vlot leest, blijft het verhaal redelijk spannend. Door het gebrek aan details en het stabiele karakter van Rob concludeer ik dat Morgen sla ik terug geen bestseller is. Dit betekent echter niet dat het geen goed boek is. Het is gewoon niet goed genoeg om een bestseller te zijn. Ik zal dit boek dan ook alleen aanraden aan studenten, want dit is het perfecte boek voor schoolopdrachten.

dinsdag 15 januari 2013

Verwerkingsopdracht 2

De roman De aanslag van Harry Mulisch vertelt in 5 episoden over het leven van Anton Steenwijk. In de oorlog wordt verteld hoe de Duitsers al vergelding van de liquidatie van de NSB'er Fake Ploeg door het verzet. de ouders en broer van Anton meenemen en doden. Anton groeit op bij familie aan de Apollolaan in Amsterdam. In 1956 studeert in Amsterdam. Hij ontmoet kennis met Fake junior. de zoon van de gedode NSB'er. Anton en Fake waren klasgenoten. over deze ontmoeting gaat deze tekst

In 1986 is het boek van Harry Mulisch verfilmd. Aan de ontmoeting tussen Anton en Fake junior wordt veel tijd besteed in de film. Op het moment dat het verhaal zich afspeelt is Amsterdam in rep en roer. Dit komt mede doordat de communisten in de ogen van velen op dat moment een gevaar voor de wereld vormen. Het is dan ook niet gek dat het hoofdkwartier van de communistische partij wordt aangevallen door een enorme massa van woedende mensen.

Anton echter interesseert zich nauwelijks voor de rellen in de stad. Zijn enige doel is om bij zijn flatje te komen die ongelukkigerwijs vlakbij het hoofdkwartier van de communistische partij ligt. Als hij met veel moeite de deur weet te openen is daar op onverklaarbare wijze ineens Fake junior. Fake was een van de mensen die het gebouw aanviel. Hij was er  speciaal voor uit Den Helder gekomen. Anton neemt Fake mee naar zijn kamer waar zij een stevig gesprek hebben.

De rellen in de stad zijn prima verfilmd. Details als dat er politie te paard is en dat er mensen op het dak van het communistische hoofdkwartier staan, zijn prima overgenomen. Het is ook duidelijk te zien dat Anton zich in niets van dit alles aantrekt. Het enige wat hij wil is met al zijn ledematen aan zijn lijf thuis aankomen. De ontmoeting met Fake ploeg is voor een dialoog een bijzonder spannend stuk. Ondanks dat Fake in de jaren na de oorlog veel ellende heeft meegemaakt, toont Anton weinig genade met hem.

Ik krijg dan ook de indruk dat Anton nog steeds woedend is op het feit dat zijn ouders zijn vermoord. Anton legt dan ook de nadruk op de foute keuze die Fake Ploeg heeft gemaakt

maandag 14 januari 2013

Verwerkingsopdracht 1


‘Er is iets gebeurd, niet?’ Ik knik alleen. Hij neemt de tijd: ’Weet je Ronaldo, ik kan dit verslag nu snel afronden door te schrijven: Ronaldo wil niet meewerken aan het onderzoek’(…) Ik houd niet van dwang, maar het is redelijk wat hij zegt (denkt Ronaldo). Al zou ik liever hebben dat hij me tegen de muur zou flikkeren om mijn strot dicht te knijpen. Het is nog te vroeg, ik ben er niet aan toe. De vernedering. De schaamte, dat vooral.

Dit is een passage in het boek Vast van Ton Anbeek. Ronaldo zit hier bij een psychiater die met hem wil praten over iets ergs dat hij heeft gedaan. Doordat Ronaldo iets ernstigs gedaan heeft zullen veel mensen de psychiater zien als sympathiek, terwijl ze Ronaldo zullen zien als misdadiger. Dit  wordt ook wel een maatschappelijke benadering van het verhaal genoemd.

Als je de rollen echter omdraait, krijg je een heel ander beeld van de situatie. Dan veranderd Ronaldo ineens in de in zichzelf gekeerde man die zich ondanks zijn geestelijke gesteldheid weet te beheersen. Doordat je ziet dat Ronaldo het lastig heeft, ook al weet je niet waarom, krijg je sympathie voor hem. De psychiater lijkt dan meteen een stuk minder vriendelijk.

Als je een situatie psychologisch in plaats van maatschappelijk benaderd, begrijp je de daden van mensen beter, hoe slecht ze ook kunnen zijn. Op die manier leer je die persoon beter kennen, doordat je begrijpt wat hem bezighoudt.