zondag 21 oktober 2012

Een lofrede aan De donkere kamer van Damokles


De donkere kamer van Damokles is een boek waarover al decennia lang wordt geruzied. Er bestaan namelijk nog vele verschillende opvattingen over belangrijke open plekken in het verhaal. De meest heikele kwestie waarover men het maar niet eens kan worden is bij verre of Dorbeck bestaan heeft of niet. Deze kwestie zet de toon voor het hele boek, want het boek zit vol met tegenstellingen die vroeg of laat aan het licht komen.

Deze tegenstellingen zetten je aan het denken. dat is ook het bijzondere aan dit boek, omdat je zoveel gaat twijfelen over dingen die je al denkt te weten. Wie had er bijvoorbeeld gedacht dat Osewoudt opgepakt zou worden toen hij in bevrijd gebied kwam?

Vanaf dat moment begon ik mijn twijfels te krijgen bij andere avonturen van Osewoudt. Ik ging anders kijken naar de relatie tussen Osewoudt en Hauptsturmführer  Ebernuss. Waren deze twee mensen vijanden van elkaar die een vriendschappelijke relatie hadden, of waren zij bondgenoten wat zou beteken dat Osewoudt een collaborateur was?

De vraag of Osewoudt een verzetsheld of een collaborateur was, is eigenlijk niet te beantwoorden. Zijn daden maken hem in eerste instantie tot een held, maar het verdwijnen van vele getuigen en verzetsstrijders maakt het totaalbeeld wazig. Dit laatste zou gewoon toeval kunnen zijn, maar dat maakt het niet minder mysterieus. Al deze onduidelijkheden dragen bij aan de grote vraag wie Osewoudt nu werkelijk is.

Osewoudt zag in Dorbeck een voorbeeldfiguur, iemand die in elk opzicht perfect was.  Dit zou ertoe kunnen hebben geleid dat Osewoudt niet meer nadacht over zijn daden, maar klakkeloos opdrachten uitvoerde die zo’n voorbeeldfiguur aan hem gaf. Zou Osewoudt ooit over de juistheid van zijn daden na hebben gedacht, of voerde hij ze in een waas van gespannenheid uit? De feiten die aan het einde van de oorlog aanwezig waren wezen naar een collaborateur. Alles wat in het boek is verteld is de waarheid. De vraag of het ook de werkelijkheid is blijft het grote mysterie van dit boek.

donderdag 13 september 2012

leesniveau

Vraag 1
Bekijk de volgende uitspraken. Geef per uitspraak aan wat het meest op jou van toepassing is. Zet een kruisje in het juiste vakje.
uitspraak
1 = past helemaal niet bij mij
2 = past niet bij mij
3 = past bij mij
4 = past helemaal bij mij.
Lezen vind ik niet leuk en ik lees niet veel. Het lezen van boeken voor volwassenen vind ik helemaal niet prettig. Als ik al iets lees dan lees ik het liefste boeken met veel drama en actie erin.
X



Lezen vind ik niet heel erg leuk, maar ook niet heel vreselijk. Ik lees niet graag dikke boeken. Ik heb wel boeken gelezen, maar die zijn niet voor volwassenen geschreven. Ik houd erg van boeken die gaan over voor mij herkenbare situaties.
X



Ik heb boeken gelezen voor volwassenen en ik begreep ze ook. Uit mezelf zou ik niet zo snel kiezen voor een dik boek. Ik vind het prettig als boeken gaan over maatschappelijke of psychologische vraagstukken zodat ik er lekker over kan discussiëren.


X

Ik vind het niet zo belangrijk hoe dik een boek is. Het is voor mij niet zo belangrijk of de gebeurtenissen in een boek ook al in mijn leven gebeuren of kunnen gebeuren. Ik vind het juist interessant om me dan te verdiepen in die gebeurtenissen. Ik heb boeken gelezen van (bekende) auteurs (voor volwassenen.)


X

Ik heb al behoorlijk veel boeken gelezen van (bekende) auteurs (voor volwassenen.) Wat ik leuk vind aan lezen is het uitzoeken van de achtergronden bij de teksten. Mij maakt het helemaal niet uit hoe dik een boek is. Ik heb ook al oude teksten gelezen en ik vond dat niet zo moeilijk.


X



Ik heb echt veel gelezen van Nederlandse auteurs en van de wereldliteratuur. Het lezen van boeken is voor mij belangrijk omdat het me helpt de werkelijkheid vorm te geven. Ik kan gemakkelijk verbanden leggen binnen de tekst maar ook buiten de tekst. Lezen is iets dat ik (bijna) dagelijks doe en ik praat (en lees) graag over boeken met mensen die er veel verstand van hebben.


x



Vraag 2.
Welke boeken las je het laatst voor de lijst? Noteer je antwoorden in de juiste  volgorde.

Titel
auteur
Uitgelezen in: (maand – jaar)
Boek 1 (meest recent)
Da Vinci Code
Dan Brown
Mei 2012
Boek 2 (iets minder recent)
Overdosis
Hellen Vreeswijk
December 2011
Boek 3 (langst geleden)
Reis door de nacht (ik heb hiervoor meer boeken gelezen, maar die kan ik me niet meer herinneren)
Anne de Vries
eind 2010


Vraag 3.
Bepaal de schrijfstijl in je laatst gelezen boeken. Omcirkel ja of nee in elke cel.

Gewone taal, gemakkelijk te begrijpen
Niet zo gemakkelijk te begrijpen stijl
Literaire stijl.
Moeilijke literaire stijl
Boek 1 (meest recent)
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Boek 2 (iets minder recent)
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Boek 3 (langst geleden)
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee





Vraag 4.
Je laatst gelezen boeken en de inhoud. Over de personages en de inhoud van de boeken die ik het laatst voor mijn lijst gelezen heb, kan ik zeggen dat:

Ze helemaal passen bij mijn leven
Ze niet helemaal passen bij mijn leven maar dat ze wel te maken hebben met dingen die me bezig houden
Ze niet zo goed passen bij mijn leven en gaan ook niet echt over dingen die me bezig houden.
Ze erg ver af staan van mijn leven.
Boek 1 (meest recent)
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Boek 2 (iets minder recent)
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Boek 3 (langst geleden)
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee


Vraag 5.
Je laatst gelezen boeken en de verhaallijn. Als ik de boeken die ik het laatst voor mijn lijst heb gelezen omschrijf,  dan kan ik zeggen dat:


De verhaallijn niet wordt onderbroken en dat er veel dingen achter elkaar gebeuren. Als de verhaallijn wel wordt onderbroken dan vind ik dat nogal vervelend.
De verhaallijn wel wordt onderbroken maar ik hem gemakkelijk terug kan brengen.
De verhaallijn wordt onderbroken en moeilijker is terug te brengen naar het oorspronkelijke verhaal, ik dat juist prettig vind.
Het verhaal op verschillende manier valt uit te leggen; daardoor is het voor mij lastig om de rode draad van het verhaal weer terug te halen.
Er zoveel betekenislagen in het verhaal zitten dat het terugbrengen van een rode draad erg moeilijk is.
Boek 1 (meest recent)
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Boek 2 (minder recent)
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Boek 3 (langst geleden)
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee


Vraag 6 .
Je laatst gelezen boeken en de verwerkingsopdrachten

Boek 1
Boek 2
Boek 3
A. Kan ik een verhaalfragment samenvatten
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
B. Kan ik iets vertellen over de hoofdpersonen en wat er met hen gebeurt
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
C. Kan ik wat er met de hoofdpersonen gebeurt verbinden met het thema van het boek
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
D. Kan ik verschillende 'verhalen' binnen het verhaal ontwarren
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
E. Kan ik iets vertellen over de verhaaltechniek die de schrijver heeft gebruikt en hoe die techniek het verhaal beïnvloedt
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee
F. Kan ik vertellen of het boek een rol speelt in de werkelijkheid en ook waarom dat zo is
Ja
Nee
Ja
Nee
Ja
Nee


Slotopdracht.
Leg de door jou gegeven antwoorden naast de niveau-omschrijvingen die vermeld staan in het overzicht ‘lezen voor de lijst’. Bepaal vervolgens je lezersniveau en kies een literair werk dat bij dit niveau hoort. Lees enkele hoofdstukken en bepaal vervolgens of je daadwerkelijk op het juiste niveau bent ingestapt. Wanneer blijkt dat het boek te moeilijk voor je is (je komt niet ‘in’ het verhaal), kies dan een boek uit de lijst één niveau lager. Vind je het boek te gemakkelijk (flauw verhaal, te kinderachtig, te voorspelbaar), kies dan een niveau uit de lijst één niveau hoger.

Ik kom uit rond niveau 3, omdat ik houd van boeken met een diepere betekenis en ook van boeken die moeilijke vraagstukken proberen te beantwoorden