donderdag 8 januari 2015

Lof der zotheid, D. Erasmus

Algemene informatie

Desiderius Erasmus, Lof der zotheid
Eerste uitgave: Parijs, 1511
Aantal pagina’s: 166
Oorspronkelijke taal: latijn
Vertaalt door J.B. Kan (1898)

Lof der zotheid is een satirisch boek, dat de draak steekt met alles wat los en vast zit.
Het boek begint met een brief aan Thomas More, een Engelse humanist en goede vriend van Erasmus. Die brief is trouwens verkeerd gedateerd, het is namelijk niet 9 juni 1508 maar de brief is in juni 1510 geschreven.
Na de brief, die een inleidende functie heeft, begint Zotheid over haar Lof, een redevoering van meer dan 4 uur. Zonder haar kan de wereld niet bestaan. Ze is niet alleen, ze roept ook de hulp van enkele andere godinnen in: eigenliefde, vleierij, vergeetachtigheid, werkschuwheid, genotzucht, onverstand, weelderigheid, drinkgelag en vaste slaap. Uit de dwaasheid komt alles voort, daar laat ze geen twijfel over bestaan. Politiek, oorlog, vriendschap, liefde, jachtpartijen, huwelijk, kortom alles.
Meermaals haalt ze ook aan dat wie haar niet kent niet leeft. Ze is onmisbaar om gelukkig te zijn.
Bij de redevoering wordt er heel veel kritiek geleverd op de maatschappij die gebaseerd is op rangen, geleerden en de kerk. Erasmus dekt zich in zijn brief ook in tegen deze.[1]

Verwachtingen
Erasmus was en is een van de groten der aarde. Dit heeft mij ertoe aangezet om zijn bekendste werk ‘Lof der zotheid’ te gaan lezen. Ik wist dat het boek humoristisch was en tegelijkertijd ook kritisch. Deze combinatie maakt het boek zeer interessant en mijn verwachtingen waren dan ook hoog.
Motieven en thema
In ‘Lof der zotheid’ is de zotheid zelf aan het woord. Zij haalt allerlei dingen aan die in de maatschappij gebeuren, zei het goed, zei het slecht. Het boek telt ruim 60 hoofdstukken en in elk hoofdstuk wordt een apart thema behandeld. Het motief wat duidelijk naar voren komt is misleiding. Hiermee wordt niet een misleiding in het verhaal, maar een misleiding door het verhaal bedoelt. Dit wil zeggen, dat de zotheid speelt met haar lezers. Ze zet hen constant op het verkeerde been, zegt schijnbaar tegenstrijdige dingen en het is nooit helemaal duidelijk hoe ze haar uitspraken bedoelt. Deze onduidelijkheid is waarschijnlijk ook de reden, dat Erasmus nooit is opgepakt voor zijn boek. Er kan namelijk geen hard bewijs tegen hem worden gebruikt, omdat niet Erasmus, maar de totaal onvoorspelbare zotheid spreekt.
In ‘Lof der zotheid’ strijdt Erasmus voor de humanistische idealen, zoals godsdienstvrijheid, vrijheid van meningsuiting en meer individualisme. Dit doet hij door kritiek te uiten op de huidige machthebbers.  

Beoordeling
Over de werkelijke schrijfstijl van Erasmus valt weinig zinnigs te zeggen, aangezien ‘Lof der zotheid’ oorspronkelijk in het latijn geschreven is. Verder is de vertaling bijna  400 jaar na het boek geschreven. We hebben dus te maken met een boek uit de vroege renaissance, vertaalt in het naturalisme. Aan de zinsbouw is te zien dat het boek uit de renaissance komt, maar de woordkeuze komt toch erg overeen met naturalisten zoals Couperus.
Personages spelen geen rol in dit boek.  De zotheid is de enige die we als personage zouden kunnen bestempelen. Een ontwikkeling van karakter is niet aan de orde, aangezien er in het verhaal niets concreets gebeurt. De zotheid houdt een enorme monoloog over allerlei zaken, meer niet.
Het vertelperspectief is hetgeen wat ‘Lof der zotheid’ zo goed maakt. De zotheid zelf voert het woord en heeft een oordeel over alles. Wanneer de zotheid een positief oordeel geeft, is dat vaak een slecht teken. Vaak is er dan ook drank en ruzie aanwezig bij de zaken die de zotheid kan waarderen. 
De zotheid kraamt vaak enorme onzin uit, maar soms zegt hij iets zinnigs. Bijvoorbeeld als kritiek wordt geuit op de aflatenhanden van de kerk. Hier zie je duidelijk de kritiek van Erasmus terugkomen. In sommige gevallen spreekt de zotheid op zo’n manier, dat het vrijwel onmogelijk is om te bepalen wat Erasmus hier bedoelt. Wordt hier onzin verkondigt, of probeert de zotheid ons iets te vertellen?

Eindoordeel
Na het lezen van Erasmus kan je maar tot een enkel oordeel komen: er heeft zich maar weinig verandert. Erasmus is niet de eerste die dit zegt. Ruim 2000 jaar geleden sprak een zekere prediker, mogelijk Salomo, zo: ‘Er is niets nieuws onder de zon.’ (Prediker 1:9) Dit is het beeld dat door het boek wordt opgeworpen. Het heeft nooit een motto gehad, maar als we 500 jaar later terugkijken op het werk van Erasmus kunnen we concluderen dat prediker 1:9 zeer geschikt zou zijn.
‘Zodra men zijn roes heeft uitgeslapen, komen triomfantelijk de zorgen weer terug.’ (uit ‘Lof der zotheid’)
Je zorgen wegdrinken is van alle tijden, en het geeft goed aan dat de mensen toen echt niet zo anders waren als dat ze nu zijn.

‘Er is dus ofwel geen enkel onderscheid tussen dwazen en wijzen of, als er toch één is, dan is het dat de dwazen gelukkiger zijn daarbij. En wel daarom dat ten eerste hun geluk nauwelijks iets kost omdat een simpele vooropgezette mening voldoende is. Ten tweede omdat zij dit geluk met ontelbare anderen delen. Er is trouwens geen gein aan, iets goeds alleen bezitten.’
Erasmus is een geleerd man en de enige ‘homo universalis’ die door de geschiedenis aan ons is overgeleverd. Dat zo’n geleerd man zoiets opschrijft getuige van een grote nuchterheid, waardoor dit boek nog steeds gelezen wordt.
Wanneer een schrijver een boek schrijft wat 500 jaar na dato nog steeds veel wordt gelezen, dan kan ik niet anders concluderen dan dat dit boek werkelijk fantastisch is. Ik geef dit boek dan ook zonder twijfel een 10. Iemand die de wereld al meer dan 500 jaar inspireert en geen god is, verdient dat.


bronnen
  http://www.zoekboekverslag.nl/boekverslag-2961.html




Geen opmerkingen:

Een reactie posten